De Bond voor Belastingbetalers (BvB) stelt dat mensen die in 2023 alleen belasting in box 3 betalen over bank- en spaartegoeden worden benadeeld ten opzichte van beleggers. De BvB is ontevreden dat de definitieve belastingaanslag voor beleggers wordt uitgesteld in afwachting van een uitspraak van de Hoge Raad in augustus 2024, terwijl dit niet geldt voor mensen met alleen spaar- en banktegoeden.
Deze laatste groep moet individueel bezwaar maken tegen de definitieve aanslag over 2023 om aanspraak te kunnen maken op mogelijk rechtsherstel. Over 2021 en 2022 hebben beleggers eveneens geen definitieve aanslag ontvangen, terwijl spaarders dat wel hebben moeten doen.
In december 2021 oordeelde de Hoge Raad dat de box 3-belasting oneerlijk was vanwege het gebruik van onrealistische fictieve rendementen en bepaalde dat werkelijke rendementen moeten worden gebruikt. In 2027 zou een nieuw stelsel dat werkelijke rendementen belast moeten ingaan, maar tot die tijd geldt een overbruggingsheffing gebaseerd op veronderstelde rendementen. Het veronderstelde rendement voor spaargeld was in 2021 en 2022 bijna nul, maar werd voor 2023 verhoogd naar 0,92%, wat onverwacht nadelig uitpakte voor spaarders. Demissionair staatssecretaris Marnix van Rij ziet geen reden om de definitieve aanslag voor spaarders uit te stellen, ondanks verzoeken van Tweede Kamerleden. Dit kan betekenen dat spaarders die belasting betalen over niet behaald rendement, verstandig zijn om individueel bezwaar te maken tegen hun aanslag.