Home | Nieuws | Kifid geeft DeGiro tik op de vingers

Kifid geeft DeGiro tik op de vingers

Klachteninstituut Kifid heeft broker DeGiro een flinke tik op de vingers gegeven. De manier waarop DeGiro onderzoek deed bij een klant was ‘onredelijk en disproportioneel’ en de manier waarop vervolgens de klantrelatie werd beeindigd, was ‘naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar.’ Wat was er aan de hand?

 

De consument heeft twee effectenrekeningen bij DeGiro waarmee hij belegt op basis van execution only. In het voorjaar van 2020 worden op deze rekeningen aanzienlijke bedragen bij- en afgeschreven. Eind juli 2020 vraagt de broker aan de consument een toelichting op de herkomst van zijn vermogen. Volgens de antiwitwasregels moet de broker ‘indien nodig’ dit nagaan.

De consument vraagt de broker waarom deze toelichting nodig is, welke informatie de broker precies wil hebben en met welk doel. Een voor de consument bevredigend antwoord blijft uit.

De broker laat de consument op 15 oktober 2020 weten dat de aangeleverde informatie over de herkomst van zijn vermogen onvoldoende is en dat de beleggingsovereenkomst per 15 november 2020 wordt opgezegd. De consument verklaart zich vervolgens bereid om mee te werken aan het onderzoek naar de herkomst van zijn vermogen. Op 11 november 2020 verlangt de broker voor het eerst expliciet een kopie van de belastingaangifte 2019. De consument heeft drie dagen om daaraan te voldoen. Op 17 november 2020 liquideert DeGiro de effecten van de consument.

De consument beklaagt zich bij Kifid over de handelwijze van de broker: de broker zou ten onrechte een kopie van zijn belastingaangifte hebben opgevraagd en heeft ten onrechte de beleggingsovereenkomst beëindigd en de posities op zijn effectenrekening gesloten. De broker is het daar niet mee eens: vanwege de antiwitwasregels mag de broker een toelichting vragen op de herkomst van het vermogen. Werkt de consument daar niet of onvoldoende aan mee, dan kan de beleggingsovereenkomst worden beëindigd, aldus de broker.

De Commissie van Beroep concludeert dat gegeven de omstandigheden in deze klachtzaak de manier waarop de broker gebruik heeft gemaakt van de bevoegdheid om een toelichting te vragen op de herkomst van het vermogen niet redelijk en proportioneel is. De consument heeft bij herhaling gevraagd op grond waarvan de broker om informatie over zijn financiële positie vraagt. De broker heeft hierop geen duidelijk antwoord gegeven.

De Commissie constateert dat het niet tijdig overleggen van de belastingaangifte door de consument uiteindelijk de enige reden is voor de broker om de effectenrekeningen te beëindigen. Echter, de broker heeft pas enkele dagen voor het verstrijken van de opzegtermijn het overleggen van de belastingaangifte als harde eis op tafel gelegd. De consument had slechts drie dagen om hieraan te voldoen. Een onredelijk korte termijn, aldus de Commissie van Beroep. Bovendien had de consument de broker inmiddels laten weten bereid te zijn om inzage te geven in zijn belastingaangifte, maar betwijfelde hij of dat zou gaan lukken in die korte tijd. Met die kennis mag van een professionele broker verwacht worden dat deze contact zoekt met de consument om nadere afspraken te maken. Het feit dat de broker nauwelijks persoonlijk contact heeft gezocht met deze consument over zijn vragen om toelichting en dat de consument niet of nauwelijks persoonlijk contact kon krijgen met de broker, wegen mee in de uiteindelijke beoordeling.

Deel dit artikel met andere: