In tegenstelling tot de Verenigde Staten en Australië blijft greenwashing in de Europese beleggingssector grotendeels onbestraft. Dit gebeurt ondanks de bestaande wetgeving die nationale toezichthouders de bevoegdheid geeft om hard op te treden tegen misleidende praktijken. Veel toezichthouders binnen de EU hebben echter onvoldoende middelen om effectief actie te ondernemen. De belangrijkste Europese financiële toezichthouders gaven aan dat de autoriteiten de voorkeur geven aan samenwerking met de sector bij de implementatie van nieuwe, complexe regels voor duurzame beleggingen, zoals beschreven in het Final Report on Greenwashing van de Europese Autoriteit voor Effecten en Markten (Esma). In dit rapport staat dat formele handhavingsbesluiten beperkt zijn gebleven omdat nationale toezichthouders vaak binnen hun reguliere toezicht opereren.
Greenwashing, het misleidend presenteren van producten of diensten als milieuvriendelijk, wordt nog niet effectief aangepakt in de EU vanwege onduidelijke of dubbelzinnige definities. Hoewel de EU toezichthouders de bevoegdheid hebben om op te treden tegen misleidende informatie, zoals vastgelegd in de Markets in Financial Instruments Directive (Mifid), zijn er nog geen juridische stappen ondernomen. In de VS en Australië zijn er wel boetes uitgedeeld voor dergelijke praktijken. Het rapport van Esma toont aan dat slechts een enkele nationale toezichthouder daadwerkelijk gevallen van greenwashing heeft geïdentificeerd, terwijl andere landen moeite hebben met onduidelijke definities binnen de Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR). Ondanks inspanningen om duurzaamheidsgerelateerde capaciteiten op te bouwen, blijven de middelen van veel nationale toezichthouders in de EU ontoereikend, wat leidt tot grote verschillen in toegang tot ESG-gegevens en toezichtpraktijken.