Sociale partners bezorgd over hogere toezichtkosten AFM en DNB
Sociale partners zijn bezorgd over de hogere toezichtkosten van AFM en DNB in de zogenaamde ‘transitieperiode’ naar het nieuwe pensioenstelsel, “omdat de kosten hiervan door de pensioensector en uiteindelijk door werkgevers en de deelnemers betaald worden”. De Stichting van de Arbeid is “bezorgd dat er onvoldoende prikkels zijn om de toezichtkosten op dit moment tot het noodzakelijke te beperken”.
De Stichting van de Arbeid vraagt in een brief aan de ministers Kaag (Financiën) en Schouten (Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen) aandacht voor de toezichtkosten van De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Op weg naar het nieuwe pensioencontract zullen de toezichtkosten vanaf 2023 hoger uitvallen, maar de Stichting gaat ervan uit dat vanaf 2027 de toezichtkosten op pensioenen weer op een ‘normaal’ niveau of lager zullen uitkomen. De extra taken die beide toezichthouders hebben, zijn immers tijdelijk van aard.
Betrokkenheid bij vaststelling kostenkaders
Sociale partners zijn bezorgd over de hogere toezichtkosten in de zogenaamde ‘transitieperiode’ omdat de kosten hiervan door de pensioensector en uiteindelijk door werkgevers en de deelnemers betaald worden. Om die reden vraagt de Stichting van de Arbeid ook om beter betrokken te worden bij het bepalen van de kostenkaders van DNB en de AFM, die door beide ministers worden vastgesteld. De Stichting van de Arbeid is bezorgd dat onvoldoende prikkels zijn om de toezichtkosten op dit moment tot het noodzakelijke te beperken.
Tijdelijk hogere kosten uit algemene middelen
De Stichting pleit er verder voor om de tijdelijk hogere kosten tot 2027 te financieren uit de algemene middelen omdat de overheid een medeverantwoordelijkheid heeft voor het nieuwe pensioenstelsel. De overheid wordt ook opgeroepen alert te zijn op overbodige regelgeving om de toezichtkosten in de hand te houden. Alle betrokken partijen hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid om de kosten tot het noodzakelijke te beperken en de opgebrachte premies zoveel mogelijk ten goede te laten komen aan het pensioen van de deelnemers.