Home | Nieuws | Aantal mensen met krediet in 2022 verder gedaald

Aantal mensen met krediet in 2022 verder gedaald

In 2022 hadden 7,8 miljoen mensen een lopende lening of kredietfaciliteit, tegen 8,0 miljoen in 2021. Dat blijkt uit de BKR Monitor 2022 van Stichting BKR. Ook het aantal mensen met een betalingsachterstand daalde vorig jaar, van 469.000 eind 2021 tot 439.000 in december 2022.

 

Eind 2022 stonden in totaal 11,7 miljoen lopende consumptieve kredieten bij Stichting BKR geregistreerd, tegen 12,3 miljoen een jaar eerder.

Betalingsachterstanden: dalende lijn

Ook het aantal lopende kredieten met een betalingsachterstand daalde in 2022, van 677.000 naar 619.000. Deze daling zat vooral in het aantal doorlopende kredieten en ‘overige financiële verplichtingen’. Eind 2022 stonden 439.000 mensen bij Stichting BKR geregistreerd met een betalingsachterstand, wat betekent dat er een groep is van enige tienduizenden mensen die kampen met meerdere achterstanden.

Relatieve toename bij leeftijdsgroep tot 30 jaar
Betalingsachterstanden nemen in bijna alle leeftijdscategorieën af. Zetten we echter het aantal achterstanden af tegen het aantal lopende kredieten, dan blijkt met name in de leeftijdscategorie tot 30 jaar de afgelopen jaren de achterstanden relatief zijn toegenomen.

 

Peter van den Bosch, voorzitter van Stichting BKR, zegt over de daling: “We zien in de data over 2022, dat het aantal betalingsachterstanden nog steeds afneemt, evenals het aantal schuldregelingen. Dat lijkt haaks te staan op de huidige financiële uitdagingen voor veel kwetsbare huishoudens in Nederland. We zien echter dat zowel consumenten zelf als de overheid de nodige maatregelen treffen, die voor een grote groep nog hun werk lijken te doen. Wel lijkt de financiële weerbaarheid van jongeren af te nemen. In de groep tot 30 jaar is het aantal betalingsachterstanden relatief hoog. Jongeren hebben over het algemeen nog weinig financiële reserves, dus het toenemen van achterstanden kan een indicatie zijn van meer problemen. Uiteraard vraagt dit om nader onderzoek.”

 

Deel dit artikel met andere: